Het dagelijkse leven in de klas stelt de kinderen geregeld voor problemen die ze slechts kunnen oplossen door te tellen, te meten of te rekenen. Bv. hoeveel keer slapen voor mijn verjaardag? Of we verkopen eieren van onze kippen en moeten geld ontvangen en teruggeven. Het zijn aangrijpingspunten voor levend rekenen, waarbij wiskundekennis, vaardigheden en rekentechnieken moeten worden toegepast. Wanneer kinderen initiatief mogen nemen bv. ze willen de tuinbanken op school vernissen, ontstaan er spontaan rekenproblemen waarmee ze aan de slag gaan: hoeveel vernis moeten wij hiervoor kopen? Samen gaan ze op onderzoek, bevindingen worden uitgewisseld, oplossingsstrategieën worden vergeleken, wiskundige begrippen en formules worden toegepast, om uiteindelijk te komen tot een juiste oplossing. Uiteraard mogen die kinderen dan ook onder begeleiding vernis kopen in de winkel om tot slot zelf de picknickbanken te vernissen. Als ze het zelf mogen doen, zijn ze automatisch intrinsiek gemotiveerd.
Het meetcircuit is voorzien van tal van probleemstellingen vervat in doe-opdrachten waarmee de kinderen aan de slag kunnen om te gaan ontdekken, te onderzoeken, te vergelijken,… om zo wiskundige begrippen, doelen en strategieën in te oefenen en eigen te maken.